Subbrandcompartiment: ligging, omvang en wbdbo (2024)

Inhoud pagina:

Definitie en eigenschappen van een subbrandcompartiment

In bijlage I bij artikel 1.1 van het Bbl staat de volgende definitie:

Subbrandcompartiment: gedeelte van een bouwwerk dat binnen de begrenzing van een brandcompartiment ligt of daarmee samenvalt, voor beperking van verspreiding van rook of verdere beperking van het uitbreidingsgebied van brand

Bij subbrandcompartimenten zijn de volgende eigenschappen belangrijk:

de ligging (artikel 3.43 en 4.57, Bbl)
de omvang (artikel 3.43 en 4.57, Bbl)
de wbdboKlik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (artikel 4.60 lid 2, Bbl)
de wrd (weerstand bij rookdoorgang) (artikel 3.46 en 4.61, Bbl)

Bescherming tegen brand

Uitgangspunt is dat alle ruimten waarin brand zou kunnen ontstaan, binnen een subbrandcompartiment liggen. In een subbrandcompartiment zijn mensen enige tijd beschermd tegen een brand die in een ander subbrandcompartiment is ontstaan. Ook biedt een subbrandcompartiment bescherming tegen de brand in het subbrandcompartiment van waaruit is gevlucht. Voor bepaalde ruimten die extra bescherming nodig hebben, schrijft het Bbl beschermde subbrandcompartimenten voor.

Ligging in een subbrandcompartiment

Om te voorkomen dat brand en rook zich ongelimiteerd door een brandcompartiment kunnen verspreiden, moet een brandcompartiment worden ingedeeld in subbrandcompartimenten en/of in verkeersruimten waardoor een beschermde vluchtroute loopt (artikel 4.57, lid 1 Bbl). Een subbrandcompartiment of een verkeersruimte waardoor een beschermde vluchtroute loopt, biedt bescherming tegen de brand in het subbrandcompartiment waaruit personen zijn gevlucht. Naast 1 of meer subbrandcompartimenten mogen dus ook 1 of meer beschermde vluchtroutesKlik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in het brandcompartiment liggen.

Beschermde vluchtroute

Een beschermde vluchtroute mag niet in een subbrandcompartiment liggen (artikel 4.57, lid 2, Bbl), maar moet in een verkeersruimte liggen. Tussen een subbrandcompartiment (waarin brand kan ontstaan) en een ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert, moet altijd een brand- en rookwerende scheiding aanwezig zijn. Dit is een eis aan de verkeersruimte. Op die manier is een beschermde vluchtroute beschermd bij brand in een van de aangrenzende functieKlik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)- of verblijfsgebiedenKlik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (subbrandcompartimenten).

Zusterpost, receptie en wachtruimte op beschermde vluchtroute

In een gang of hal waardoor een beschermde vluchtroute voert mag – onder voorwaarden – een verblijfsgebied voor bewakingsdoeleinden liggen. Denk aan een zusterpost in een ziekenhuis of een receptie in een kantoorgebouw (artikel 4.57, lid 3, Bbl). Ook een wachtruimte is toegestaan. Voorwaarde is dat de wachtruimte in de verkeersruimte ligt, waardoor de beschermde vluchtroute voert (dus niet in een verblijfsruimte), en dat de inrichting van deze wachtruimte het vluchten niet hindert en de brandveiligheid niet in gevaar brengt (specifieke zorgplicht artikel 6.4, Bbl).

Download voor meer informatie over vluchtroutes het infoblad Vluchten bij brand (nieuwbouw) (pdf, 1.3 MB).

Omvang van een subbrandcompartiment

Voor een subbrandcompartiment (anders dan een beschermd subbrandcompartiment dat in artikel 4.58 van het Bbl is aangewezen) geldt dat de omvang van het subbrandcompartiment niet groter mag zijn dan het brandcompartiment waarin het subbrandcompartiment ligt. Daarnaast kan het nodig zijn om een brandcompartiment in 2 of meer subbrandcompartimenten op te delen om aan de maximaal toegestane loopafstand van vluchtroutes te voldoen.

Wbdbo van een subbrandcompartiment

De wbdboKlik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) wordt bepaald volgens NEN 6068. De wbdbo van een subbrandcompartiment naar een beschermd subbrandcompartiment dat ligt in een ander subbrandcompartiment, moet bij nieuwbouw minimaal 20 minuten zijn. Hierbij wordt voor de bepaling van de brandwerendheid van de scheidingsconstructie alleen gekeken naar het criterium vlamdichtheid (E) (artikel 4.60, lid 2, Bbl). Dit betekent dat in de scheidingsconstructie tijdens brand geen (te) grote openingen of spleten mogen ontstaan, waardoor vlammen en hete gassen kunnen doordringen tot de niet-verhitte zijde. Voor bestaande bouw geldt geen eis voor de wbdbo van een subbrandcompartiment naar een ander subbrandcompartiment.

Wrd van een subbrandcompartiment

De weerstand bij rookdoorgang (wrd) van een subbrandcompartiment moet voldoen aan de Europese rookwerendheidsklasse, bepaald volgens NEN 6075 (artikel 4.61, Bbl).

De rookwerendheid van een bouwdeel wordt uitgedrukt in rookklassen op basis van m³/uur lekverlies van een scheidingsconstructie. Ra is hierbij de rookdoorlatendheid bij 20°C (a = ambient temperature = omgevingstemperatuur). R200 is de rookdoorlatendheid bij 200°C én bij 20°C.

De wrd van een subbrandcompartiment is:

naar een ander subbrandcompartiment: Ra
naar een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert: Ra
naar een beschermd subbrandcompartiment, gelegen in een ander subbrandcompartiment: R200
naar een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert en naar een liftschacht van een brandweerlift of van een lift in een woongebouw met een toegankelijkheidssector: R200

Bij bestaande bouw moet de wrd van een subbrandcompartiment naar een besloten ruimte in het brandcompartiment minimaal 20 minuten bedragen (artikel 3.46, Bbl).